Het doel
Het bestaan van Europese hoofdsteden van cultuur was oorspronkelijk een idee van Melina Mercouri, de toenmalige Griekse minister van cultuur, en haar Franse collega, Jack Lang. De bedoeling is al die tijd dezelfde gebleven: om de rijkdom en diversiteit van de verschillende Europese culturen en hun gemeenschappelijke waarden te belichten. Daarom worden er een jaar lang allerlei culturele evenementen georganiseerd die in principe sociale en economische vruchten zouden moeten afwerpen. Dat een lange termijnstrategie helpt en dat steden die niet alleen inzetten op de 12 maanden waarop ze in de schijnwerpers mogen staan, maar ook op een duurzamere visie en eventueel een nieuwe kijk op stadsplanning en architectuur, staat daarbij buiten kijf.
Esch-sur-Alzette
Hoe goed we het hier in België op sociaal(-economisch) vlak ook hebben, het feit dat het openbaar vervoer in heel Luxemburg gratis is, doet ons toch wel wat opkijken naar hoe dat land zijn personentransport heeft geregeld. Het zorgt er ook meteen voor dat naar Luxemburg sporen erg goedkoop is, waardoor er zeker geen financiële reden is om de Europese culturele hoofdstad van vorig jaar, Esch-sur-Alzette, niét te bezoeken.
Hoewel het gros van de festiviteiten inmiddels afgesloten is, heeft de regering ervoor gezorgd dat de titel een enorm sterke nalatenschap heeft achtergelaten en die is nergens duidelijker dan in de industriële universiteitsbuurt Belval, in het westen van Esch-sur-Alzette – een lichtend voorbeeld van hoe het mogelijk is om een stad die voorheen zeer sterk afhankelijk was van industrie een nieuwe bestemming te geven.
De indrukwekkende staalfabrieken die Belval zo kenmerken werden tussen 1902 en 1912 neergepoot, maar de productie van zowel staal als kolen kende een enorme dip als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig droeg een serie Europese beslissingen en de opening van een gemeenschappelijke Europese staalmarkt bij tot een ware revival, met de opening van een hoogoven in zowel 1965 als in 1970 en 1979 als hoogtepunten. In 1984 werd de staalproductie gedeeltelijk verschoven naar modernere (elektrische) vlamboogovens, maar het economische verval binnen de industrie zou snel volgen en de laatste hoogoven werd uiteindelijk in 1997 al gesloten… en misschien is dat uiteindelijk wel een enorme zegen geweest, want nauwelijks vier jaar later werd er een wedstrijd rond stedelijke planning georganiseerd die de hele omgeving wat ons betreft tot een van de interessantste van de Benelux heeft gemaakt.
Wie even rondloopt in de zeer compacte wijk, waar het treinstation zelden langer dan 5 minuten stappen weg is, merkt al snel hoe Belval een lichtend voorbeeld is geworden van hoe je een gemeenschap in een urbanistisch kader bij elkaar kunt brengen.
Luxembourg Learning Center: architect François Valentiny heeft misschien wel zijn beste werk ooit afgeleverd met de bibliotheek van de universiteit van Belval. Het Learning Center is prachtig en bestaat aan de buitenkant uit boeiende geometrische figuren, terwijl binnen een gevoel van ruimte wordt gecreëerd via verschillende mezzanineverdiepingen, veel curves en afgescheiden hoeken. Basistonen in aardekleuren worden geaccentueerd en opgevrolijkt door kleurrijke, moderne meubels en leeskubussen in groen, paars, en blauw. Het is een toonbeeld van hoe functionaliteit, boeiende buitenarchitectuur, en prachtige binnenhuisarchitectuur met elkaar kunnen samengebracht worden.
AI&ART Pavilion: zowat alle gebouwen op de campus van de universiteit richten hun blik onder de schaduw van de oude staalovens stevig naar de toekomst, maar nergens is dat duidelijker dan in het Artificial Intelligence and the Future of Art Pavilion. Dat bestaat uit vier takken (Singularity 42!, The Project Corner(stone), The Magneto, en The AIFA conference), waarbij de nadruk op kunstmatige intelligentie ligt. De studenten leren hier niet alleen omgaan met (het programmeren van) robots, maar bedenken ook manieren om AI artistiek te implementeren. Zo leert de AI Dancing Avatar zichzelf een danschoreografie aan die gebaseerd is op de muziek die ingevoerd wordt, verandert de Smart Photobooth een foto die je zelf kunt nemen volgens een schilderstijl waar je uit kunt kiezen naar een schilderij, creëert Plantasmagoria een audiovisuele ervaring uit natuurbeelden en abstracte video’s van landschappen, en vertaalt Automatic MindMap Creation teksten naar betekenisvolle afbeeldingen.
Niet alles staat al volledig op punt – zo loopt de theologische Turingtest Deux-X-Machina enkele keren vast wanneer we twee kunstmatig gegenereerde aanhangers van verschillende godsdiensten een onderwerp geven om over te debatteren – maar wie bezig is met kunstmatige intelligentie, weet al langer dat we er als samenleving ongetwijfeld steeds vaker beroep op zullen doen, en dat wordt enkel onderstreept door een bezoek aan dit paviljoen.
Deimantas Narkevičius: op onze agenda staat ook een bezoek aan de Anachronisms-tentoonstelling van de moderne Litouwse artiest Deimantas Narkevičius, maar helaas blijkt de Kontschal Esch gesloten te zijn op de dag waarop we ernaartoe gestuurd worden. Dat er geregeld heel interessante exposities te vinden zijn, is echter duidelijk. Zeker eens kijken wat er te doen is wanneer jij er op bezoek bent, dus.
Frontaliers, des vies en stéréo: in het Massenoire (oftewel, de ‘Zwarte Mis’) vlakbij hoogoven A vindt voorlopig nog de tentoonstelling ‘Fronaliers, des vies en stéréo’ plaats – het is een expositie waarbij de hoofdtelefoon eens niet optioneel, maar volstrekt noodzakelijk is. Terwijl je voorbij auto’s, huizen, en andere zaken stapt, hoor je mensen die voor hun werk geregeld de grenzen van Luxemburg moeten overschrijden praten over hun ervaringen. Erg lang duurt de wandeltocht doorheen deze persoonlijke anekdotes niet, maar hier en daar voelen wij onszelf wel betrokken, al is dit misschien niet echt een aanrader voor wie het Frans niet machtig is.
Nightsongs in Belval: via een app (die zowel beschikbaar is voor Android als voor iOS) kan je een nachtelijke route van ongeveer 2,5 kilometer volgen doorheen Belval terwijl je op de achtergrond muziek beluistert die opgebouwd is uit de geluiden van de staalindustrie, met samples waarin onder andere het gezoem van machines, het gekreun van de fabrieken en het geluid van kranen te horen is. Zelf zijn we geen fan van elektronische muziek, maar Nightsongs zorgt wel zo’n 45 minuten lang voor een interessante beleving.
Pure Europe: veruit de knapste en boeiendste tentoonstelling is die rond ‘Pure Europe’. Niet alleen is het gebouw zelf imposant, de vormgeving van de expositie is ingenieus. Het idee is om eerst een aantal stellingen te introduceren en die vervolgens in vraag te stellen. Dat gebeurt op twee verdiepingen, met eerder globale observaties en statistieken op het bovenste niveau en persoonlijkere verhalen van allerlei verschillende Europeanen op het onderste niveau. Dankzij slimme interactieve schermen en zelfs quizjes leer je haast spelenderwijs over inkomensongelijkheid, wat voor apparaten mensen uit verschillende delen van Europa zoal in huis hebben, waar kinderen mee spelen, hoe sommige gebouwen over de landsgrenzen heen op elkaar kunnen lijken, op welke manier godsdienst wordt beleden, enzovoort. Het is lang geleden dat we zo vaak even moesten stilstaan bij de boodschap van een tentoonstelling, maar Pure Europe slaagt er moeiteloos in om de bezoekers onder te dompelen in zowel de verhalen van bredere gemeenschappen als individuelere ervaringen. Erg knap en absoluut niet te missen!
Meer info: www.esch2022.lu
Elefsina
Dit jaar is de Griekse industriestad Elefsina (ook bekend als het wat meer Grieks klinkende ‘Eleusis’) aan de beurt als European Capital of Culture. Dat was normaal gesproken gepland voor 2021, maar omwille van de coronacrisis werd dat twee jaar uitgesteld en duurde het nog tot 4 februari 2023 voor de officiële opening van start werd geschoten, om 346 dagen lang via 130 projecten en 465 evenementen een poging te doen om te imponeren.
De absolute trekpleister van de handig nabij Athene gelegen stad is zonder enige twijfel de archeologische site, de overblijfselen van een prachtig tempelcomplex aan de voet van een heuvel waar nu – eenzaam – het kerkje van ‘Panagia Mesosporitissa’ prijkt. Het heiligdom was ooit gewijd aan Demeter en de mythe van haar dochter, Persephone – geen officiële religie, dus, maar wel een sekte die in september acht dagen lang de Mysteriën voltrok – een vruchtbaarheidsrite waarvoor men moest ingewijd zijn en die zo geheim was dat men ook nu nog niet precies weet waaruit ze precies bestond. Elefsina zou immers de plaats zijn waar Demeter een tijdlang halt hield om te drinken en uit te rusten nadat Hades haar dochter had ontvoerd. Uit dankbaarheid aan een herdersgezin dat haar gastvrijheid aanbood, leerde Demeter de mensheid de landbouw ontwikkelen – een mythe waarin een bron van waarheid zit, aangezien mensen hier begonnen tarwe te telen, wat het einde betekende van hun nomadische leven.
De archeologische site is een van de mooiste ruïnes uit de oudheid die we ooit hebben mogen bezoeken en ademt ook een paar millennia na de glorieperiode van de sekte, die hier actief was vanaf ongeveer 600 voor Christus en pas rond de vierde eeuw na Christus in verval begon te geraken, een onwereldse sfeer uit die haar gelijke haast niet kent. Dat ze op zichzelf al meer dan voldoende reden is om Elefsina te bezoeken, mag duidelijk zijn.
Hoe gezellig de archeologische site en haar buurt ook mogen zijn, Elefsina wordt heden ten dage helaas vooral gekenmerkt door de industrie die hier vanaf de negentiende eeuw het op dat ogenblik kleine dorpje van ongeveer 250 bewoners kwam vitaliseren. Betongigant TITAN, de zeepfabriek van Charilaou, en de distilleerderijen van Botrys en Kronos vonden hier een thuis, en na de Tweede Wereldoorlog trokken de verschillende industrieën van de stad – die onder de impuls van het verzet tegen de Asmogendheden tijdens de Tweede Wereldoorlog zelfs de RAF had aangetrokken – werkers vanuit heel Griekenland naar Elefsina. De zware industrie ontwikkelde snel, maar onoordeelkundig en chaotisch, met enorm veel vervuiling als gevolg.
Die vervuiling is anno 2023 sterk verminderd, maar nog overal duidelijk, en de lelijke architectuur en vervallen gebouwen staan dan ook in schril contrast naast de archeologische site en haar omgeving. Dat het jaar als culturele hoofdstad de ondertitel ‘Mysteriën van Overgang’ (‘Mysteries of Transition’) heeft gekregen, is dus niet verwonderlijk, want zowat alle kunstenaars waarvan we de werken hier hebben mogen bewonderen, refereren in hun foto’s en andere werken aan zowel het glorierijke verleden als grootste hellenistisch centrum van het land als aan de gruwelijke littekens die de stad onder invloed van de ‘vooruitgang’ heeft opgelopen. De uitzondering: een collectief van jonge kunstenaars, die zelfstandig werken en van de stad een oud treinstationnetje hebben gekregen als uitvalsbasis. Het zijn de enige artiesten die ons kleurrijke meubels en schilderijen presenteren, maar jammer genoeg worden ze blijkbaar niet financieel ondersteund, en ondanks hun zelfverklaarde liefde voor de stad, zijn ze bijna allemaal van plan om binnenkort uit te wijken naar andere oorden.
De evenementen in de stad, die overigens ook de geboorteplaats is van de befaamde Griekse toneelschrijver Aeschylus, brengen 192 Griekse en 137 internationale artiesten binnen 17 verschillende disciplines samen, allemaal onder leiding van de in Griekenland immens populaire regisseur en acteur Michail Marmarinos. Nooit hebben we iemand langer horen spreken op een persconferentie, en nooit hebben we een artistiek directeur zo lovend horen zijn over zaken die voor sommigen eerder alledaags zouden zijn, maar ondanks zijn misschien wat ongelukkig gevoel voor timing, lijkt Michail de juiste man op de juiste plaats te zijn, getuige de vele evenementen die Elefsina bijna een jaar lang zullen opfleuren, waaronder een show van de internationaal gerenommeerde choreograaf Sasha Waltz en directeur Jochen Sandig, die zal opgevoerd worden in ’s werelds eerste ‘informele theater’.
Meer info: www.2023eleusis.eu
Tekst: Dirk Vandereyken
Hoofdbeeld: © Escher Theater Project Partner Esch2022