Walter, wat zou je doen, mocht je 1 dag onzichtbaar zijn?
Daar heb ik nu nog nooit over nagedacht. Ah, ik weet het: op een repetitie van The Rolling Stones aanwezig zijn. Eens zien hoe die mannen nu nog werken aan de voorbereiding van een tournee. Als ze een tour doen, dan repeteren ze eerst de volledige set en bepalen ze welke nummers erin komen en welke niet. Hoe ze daar mee bezig zijn, dat interesseert me wel.
Wie waren je jeugdidolen?
Dat is heel simpel. Aanvankelijk The Kinks met Ray Davies, The Small Faces, The Rolling Stones. Later kwamen daar Lou Reed en David Bowie bij. Als je nog geen twintig was in de 70’s, dan was Bowie het van het.
Welke posters hingen er vroeger op jouw kamer?
Als manneke van 12 hingen er posters van The Kinks en The Small Faces in mijn kamer. Enkele jaren later uiteraard ook van Crosby, Stills, Nash & Young en Bruce Springsteen. Je gaat daar gewoon in mee. Later merkte ik dan wel dat het een pak minder wordt vanaf het moment dat je 20-25 bent. Je wordt dan veel selectiever.
Heb je daar een verklaring voor?
Dat is, denk ik, omdat je al zoveel jaren met muziek bezig bent, dat je heel snel het “déjà- entendu”-gevoel krijgt. Ik heb het allemaal gezien en gehoord. Daarjuist in de wagen luisterde ik naar Vox op Radio 1. Het was de Top 15 van de nieuwste platen. Twintig procent daarvan vond ik de moeite waard, terwijl de rest ofwel snobistisch, niet breed genoeg of totaal niet vernieuwend was. Je mag een segment bedienen, maar ik stond erg versteld hoe zwak het wel was. En wat ik dan wél goed vond, paste dan weer niet bij Radio 1. Dat is heel bizar.
Heb je een fobie?
Nee, want ik heb allemaal ooit uitgetest of ik al dan niet een fobie heb. Ik denk wel, met het ouder worden, dat hoogtevrees me bijvoorbeeld wel zou kunnen overvallen. Dat heb ik al een paar keer willen merken. Maar dat heeft te maken met leeftijd en voorzichtigheid.
Naar welke muziek ben je momenteel aan het luisteren?
In de auto luister ik ofwel naar Willy Classics of naar Radio 1. Voor de rest luister ik thuis veel naar Bruce Springsteen. Dat is met periodes. Als ik dan terug naar mijn elpees grijp, dan merk ik dat dit altijd platen zijn van de jaren ‘60 en ‘80, maar vooral van de jaren ‘70. Om enkele voorbeelden te geven: Van Morrison, Roxy Music, David Bowie, Lou Reed, …
Wat heb je altijd in je frigo liggen?
Olijven, water, Cola Zero. Voor de rest hangt het er vanaf wat ik ga eten. (lacht)
Wat is je favoriete gerecht?
Ik kook altijd zelf en ik leer daarin ook telkens bij. Het is eigenlijk mijn favoriete hobby. Een hele tijd terug heb ik tagliatelle met gehaktballetjes ontdekt voor in de oven. Ik heb er mijn eigen recept van gemaakt. Straks als ik thuis ben, ga ik dat maken.
Wat is voor jou de stomste uitvinding aller tijden?
Ik vind alle uitvindingen boeiend. Je hebt van die mensen die met de kleinste dingen bezig zijn om het voor de anderen gemakkelijker te maken. En dan verbaast het me altijd dat men daarmee bezig is. Maar ik vind dat zeker niet stom. Het is niet omdat ik het niet kan gebruiken, dat het daarom stom is. Keukengerei bijvoorbeeld voor linkshandigen. Dan denk ik: wie houdt zich daar nu mee bezig? Maar vind ik het daarom nutteloos? Nee, nooit.
Welke film zou je herhaaldelijk opnieuw kunnen bekijken?
“One flew over the Cuckoo’s Nest”. Ik ben daar toen een 4-tal keer voor naar de cinema geweest. En iedere keer dat ik hem had gezien, was ik drie dagen kwaad op de wereld. Omdat het verhaal zo onrechtvaardig was. “Cabaret” heb ik ook een 5-tal keer gezien in de bioscoop. Ik vond dat toen onvoorstelbaar knap, fantastisch gewoon. Vooral de fotografie vond ik geweldig. Als het bijvoorbeeld terug zou uitgezonden worden op tv, dan kijk ik ongetwijfeld of neem ik het op.
Wat is jouw favoriete vakantiebestemming?
Ik ben niet echt een groot reiziger, maar voor onze huwelijksreis in ‘97 zijn we naar Bora Bora geweest. Daar wil ik graag nog eens naartoe.
Wat is het mooiste compliment dat je ooit kreeg?
Dat ik kan zingen. (lacht smakelijk)
Heb je ooit een geest gezien?
Nee.
Ben je een honden- of een kattenpersoon?
Een hondenpersoon. We hebben een hond, een Lagotto Romagnolo. Dat is eigenlijk een Italiaanse waterhond. Dit zijn hele lieve, fantastische dieren. Een middelgrote hond met heel veel witte krulletjes. Gewoonweg een heel schattig beest.
Heb je ooit je bekendheid gebruikt om iets gratis te krijgen?
Nee. Ik vraag ook nooit tickets als er iemand komt optreden. Ik koop ze altijd.
Loog je tijdens dit gesprek?
Nee, maar als je dat graag hebt, wil ik dat wel doen. (lacht)
Wat vind je van personen die je stomme en rare vragen stellen?
Interessant en boeiend.
Bedankt om hieraan deel te nemen, Walter!
Heel graag gedaan!
Geen zonde van de tijd/Optimisten Blues
Walter, hoe is het idee ontstaan om deze biografie uit te brengen?
Ik kreeg die vraag regelmatig de afgelopen tien jaar, maar ik zei daarop telkens dat ik dit niet kon doen, zolang mijn kinderen leefden. Als grap uiteraard (lacht). Dan kreeg ik begin 2024 opnieuw de vraag van uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts. Ik praatte erover met mijn manager Rick en we voelden allebei aan dat dit misschien het ideale moment was om mijn levensverhaal uit te brengen. Vervolgens hadden we een babbel met schrijver Thijs Delrue. Hij maakte daarvan een proefstuk en het leek net alsof ik het verteld had. Het was gewoonweg perfect neergeschreven. Vanaf dan is alles in een stroomversnelling gegaan, zodat we half juli klaar waren. Ik wou vooral een positief boek met natuurlijk de kleine dingen die gebeurd zijn. De echte diepere gevoelens wou ik er liever niet in kwijt.
Is het boek allesomvattend of gaat het louter over jouw carrière in de showbizz en de politiek?
Alles komt aan bod. Het begint met “Ik ben geboren” (lacht). Ik heb geweldige ouders gehad. Mijn moeder heb ik trouwens nooit kwaad gezien. Ze is 93 geworden. Dat was de goedheid zelve.
Is het boek er gekomen door je ziekte?
Nee. Onrechtstreeks waarschijnlijk wel. De vraag werd me gesteld. Ik zou zelf nooit spontaan op het idee gekomen zijn om een biografie uit te brengen. Toen ze met het voorstel op de proppen kwamen, was mijn eerste reactie: “Pfff, een boek over mijn leven, wie zit daar nu op te wachten?” We hebben het uiteindelijk gedaan en ik heb er geen spijt van.
Dit vroeg ongetwijfeld heel wat voorbereidend werk. Heb je het onderschat?
Nee, dit ging allemaal vanzelf. Thijs en ikzelf zaten gemiddeld 2 à 3x per week een uur of vier bij elkaar. Hij verwerkte dit dan bij hem thuis en stuurde het daarna terug door. Dit verliep zeer vlot. Het was echt heel plezant.
Naast het boek “Geen zonde van de tijd” is er ook jouw soloplaat “Optimisten Blues”. Ondertussen is het 30 jaar geleden sinds jouw vorige album “Een andere soort”. Vanwaar dit idee om weer solo nieuw materiaal uit te brengen?
De oorzaak is eigenlijk de eerste lockdown tijdens het coronavirus. Al bijna 50 jaar vertaal ik Angelsaksische en Franse nummers naar onze taal. Vooral dan Angelsaksische rocknummers. Het is niet zo simpel als het lijkt. Het Nederlands is immers een heel moeilijke en vierkante taal. Op de eerste elpee van De Kreuners stond trouwens al een nummer van The Kinks. Meer bepaald “De Lamp”, een cover van “The Hard Way”. Ik ben het altijd blijven doen voor mezelf als soort van vingeroefening. Tijdens de eerste lockdown zat je voortdurend thuis. Je kon niks doen. We kregen beelden te zien van mensen die stierven aan Covid, die ook geen afscheid hadden kunnen nemen van hun naasten en vice versa. Ik moest dan plots denken aan Warren Zevon, van wie ik trouwens ook een heel grote fan ben. Hij had terminale longkanker en wist dat hij zou sterven. Daarom schreef hij het nummer “Keep me in your heart” dat eigenlijk een soort afscheid was aan zijn vrouw. Ik vond dat heel sterk, omdat hij wél afscheid had kunnen nemen en zijn familie en vrienden ook van hem. Het nummer is terug te vinden op zijn laatste album “The Wind” uit 2003, dat hij met de hulp van grootheden als Bob Dylan, Bruce Springsteen en Tom Petty heeft kunnen afwerken. Ik vond dat nummer zo fantastisch, dat ik het kost wat kost wou vertalen. Het kreeg de titel “Plaats in je hart”. Het was het eerste nummer dat ik maakte voor het album “Optimisten Blues”. Daarna volgden “She” van Charles Aznavour en “Que je t’aime” van Johnny Hallyday. We hebben uiteindelijk 8 nummers opgenomen.
Hoe is het nu met jou?
Goed. Ik ben onlangs nog op controle geweest. Het enige waaraan ik nu nog moet werken, is de stem. Maar dat verbetert ook, want ik had twee maanden geleden eigenlijk geen stem meer. Dat zal ongetwijfeld met de behandeling te maken hebben. Binnenkort wil ik eens een repetitie doen met De Kreuners om te zien waar we precies staan.
Ga je touren met het soloalbum?
Nee. Dat is ook moeilijk haalbaar. Dan wil ik dat liefst met de groep doen die aan het album heeft meegewerkt, maar die hebben uiteraard hun eigen agenda. Deze plaat is gewoon een projectje geweest, meer niet. De bedoeling is om later terug enkele concerten te doen met De Kreuners. Van zodra we er klaar voor zijn, zal dit uiteraard bekendgemaakt worden.